Rampbestrijdingsplannen en crisisbeheersplannen.
- Home
- /
- Rampbestrijdingsplannen en crisisbeheersplannen
Operationele afspraken.
Planvorming is een overkoepelde term voor alle operationele afspraken en belangrijke aandachtspunten voor specifieke risico’s in de regio. Er bestaat monodisciplinaire planvorming en multidisciplinaire planvorming. Monodisciplinaire planvorming is de voorbereiding voor een specifieke hulpverleningsdienst, zoals de brandweer. Met multidisciplinaire planvorming bedoelen we de samenwerkingsafspraken tussen alle hulpverleningsdiensten en andere betrokken partners samen.
Een onderdeel van een planvormingsdocument is bijvoorbeeld een beschrijving van de meest waarschijnlijke scenario’s voor een bepaald risicotype. Op basis van die scenario’s zijn operationele afspraken uitgewerkt, zodat er een gecoördineerde bestrijding van een mogelijk incident plaats kan vinden. Hierbij kan je denken aan hoe veel eenheden van verschillende hulpdiensten gealarmeerd moeten worden, wat de beste route is naar de betreffende locatie en wat kwetsbare objecten zijn in de omgeving.
Ook zijn er bij elk risicotype vaak andere partners betrokken. Dit kan bijvoorbeeld een waterschap zijn, maar ook een vervoersbedrijf, netbeheerder of telecomprovider. In een steeds complexer wordende maatschappij met sterke afhankelijkheden (bijvoorbeeld de afhankelijk van internet), treden nieuwe risico’s op. Het is dan essentieel om goed samen te werken met de betrokken partners en vooraf goede afspraken vast te leggen. Niet alleen goede afspraken, maar vooral elkaar kennen en weten te vinden ten tijde van een incident is crisis is heel belangrijk. Zo proberen we zo goed als mogelijk voorbereid te zijn op mogelijke crises.
In planvorming zijn verschillende soorten plannen te onderscheiden:
Rampbestrijdingsplannen.
Bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn bóven een bepaalde drempelwaarde, vallen onder de werking van het Besluit activiteiten leefomgeving. Je kunt hierbij denken aan zowel complexe, chemische industrie, maar ook relatief eenvoudige opslagbedrijven voor bepaalde typen gevaarlijke stoffen. Of een bedrijf valt onder deze wetgeving is afhankelijk van de hoeveelheid en aard van de gevaarlijke stoffen die binnen het bedrijf aanwezig is. Binnen het BRZO zijn twee typen bedrijven te onderscheiden: lage- en hogedrempelinrichtingen.
Vervolgens is het de taak van het bestuur van de veiligheidsregio om voor de hogedrempelinrichtingen een rampbestrijdingsplan vast te stellen. Het doel van een rampbestrijdingsplan is het verzorgen van een gecoördineerde bestrijding in de eerste fase van het incident door de hulpdiensten (GHOR, brandweer, politie en bevolkingszorg), de gemeente en het betreffende bedrijf.
Op dit moment zijn er in Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost 7 Seveso-Hogedrempelinrichtingen:
• Diffutherm B.V. in Hapert
• Metabel B.V. in Deurne
• Nyrstar Budel B.V. in Cranendonck
• Imperial Chemical Logistics B.V. in Son en Breugel
• EDCO Deurne in Deurne
• Schippers Europe B.V. in Hapert
• Vendrig Holding B.V. in Someren
Voor deze 7 bedrijven is één generiek, openbaar rampbestrijdingsplan opgesteld. Dit plan bestaat uit o.a. basisscenario’s, een overzicht en een uitwerking van de crisisbeheersingsprocessen. Onderaan deze pagina staat het openbare deel.
Daarnaast is voor elk van de 7 Seveso-hogedrempelinrichtingen in VRBZO een eigen niet-openbare coördinatiekaart met daarop de bedrijfsspecifieke, niet openbare informatie. Op grond van artikel 5.1 Wet open overheid is niet openbaar onder andere de telefoonlijst en informatie die betrekking heeft op persoonsgegevens, informatie over de bescherming van het milieu, de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage.
Met de combinatie van een generiek én bedrijfsspecifiek plan is de incidentbestrijding op alle locaties gegarandeerd. Want het algemeen RBP met de daarbij behorende basisscenario’s en de inzet van de operationele hulpdiensten is gebaseerd op de veiligheidsrapporten van de betreffende bedrijven.
Crisisbeheersplannen.
De Wet veiligheidsregio’s verplicht het bestuur van de veiligheidsregio om een rampbestrijdingsplan vast te stellen voor de bestrijding van vliegtuigongevallen op en bij luchtvaartterreinen die zijn ingedeeld in brandrisicoklasse 3 of hoger en de daarmee vergelijkbare militaire luchtvaartterreinen.
Zowel Luchthaven Eindhoven (bestaat uit Vliegbasis Eindhoven en Eindhoven Airport) als Kempen Airport voldoen aan die criteria. Voor beide luchthavens is daarom een Crisisbeheersplan (CBP) opgesteld. Door regelmatig te oefenen weten alle partijen hoe ze moeten reageren bij een calamiteit.
Het doel van het CBP is het verzorgen van een gecoördineerde bestrijding van een incident volgens een inzetscenario voor vliegtuigongevallen. Aanvullend daarop zijn enkele procedures toegevoegd voor infectieziekten en extreem geweld op de luchthaven.
Hieronder staan de publicatieversies van de crisisbeheersplannen. In deze versies is op grond van artikel 5.1 Wet open overheid, buiten de telefoonlijst, meer informatie niet openbaar. Niet openbare informatie is persoonsgegevens, informatie over de bescherming van het milieu, de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage.
Coördinatieplannen.
De veiligheidsregio heeft afspraken gemaakt met de sectoren die van belang zijn voor een goed functionerende maatschappij. Dit noemen we de vitale infrastructuur. Deze afspraken gaan over de wijze van samenwerken maar ook over kritische processen in de crisisbeheersing. De afspraken zijn voor een deel uitgewerkt in coördinatieplannen. Er zijn coördinatieplannen opgesteld voor de sectoren:
- energie
- drinkwater
- waterkolom
- telecom
- spoor
- nucleair/straling
Thematische plannen.
Thematische plannen zijn operationele samenwerkingsafspraken over een bepaald thema. Bijvoorbeeld afspraken over grensoverschrijdende samenwerking met België, het gebruik van NL-alert en samenwerkingsafspraken bij grof en extreem geweldscenario’s.
Binnen Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost coördineert de afdeling crisisbeheersing de totstandkoming en het onderhoud van planvorming. De plannen komen tot stand in afstemming met alle betrokken hulpdiensten en andere (externe) partners. Er wordt ook samen gewerkt met andere veiligheidsregio’s, bijvoorbeeld als een bepaald risicotype voor twee of meerdere regio’s eenzelfde mogelijke dreiging vormt. Dan kan het zijn dat een plan tot stand komt voor twee of meer veiligheidsregio’s.