Zoeken:
Begin hoofdinhoud

“Het is nog mooier dan ik als kind dacht”

“De brandweer is eigenlijk zo’n beetje mijn tweede familie. Da’s ook niet zo vreemd: in de beroepsdienst ben je 24-uur per dag samen tijdens een dienst. Het groepsgevoel is dus enorm.” Aan het woord is Rens den Bol. 22 jaar jong en Manschap-A in de beroepsdienst – beroepsbrandweer dus – in Eindhoven en Helmond. En alsof dat nog niet voldoende brandweer is ook nog eens vrijwilliger in Lieshout. In hart en nieren dus… 

“Ons pap was al vrijwilliger in Lieshout. Ik ben dus van jongs af aan opgegroeid met de brandweer. Soms ging ik wel eens mee met oefenavonden en ik vond dat allemaal prachtig. Eigenlijk ben ik opgeleid tot tegelzetter, maar ik vond de brandweer veel interessanter. Dus zodra dat kon ging ik de basisopleiding doen en op mijn 18e werd ik lid van de vrijwillige brandweer in ons dorp. Het feit dat je mensen echt kunt helpen is belangrijk. Maar ook het onbekende, de verrassing. Als we op weg gaan naar een melding is het altijd spannend wat we aantreffen.” 

De tijd vliegt voorbij .

“Ik vond het werk als kind al prachtig. Maar nu ik er zelf onderdeel van ben is het zelfs nog mooier. Ik bedoel: als kind vind je alles gaaf. Maar nu kan ik echt bijdragen en ervaar ik het groepsgevoel dat bestaat binnen de organisatie. Dat is al zo bij de vrijwilligers, maar als beroeps heb je helemaal een soort tweede familie. Dat komt natuurlijk omdat we 24-uursdiensten draaien. Dan zit je dus echt een heel etmaal bij elkaar. Dat lijkt lang, maar die tijd vliegt voorbij tijdens zo’n dienst. We sporten op zo’n dag, doen onderhoud aan materieel, werken aan onze vakbekwaamheid, eten samen. En we gaan binnen 1,5 minuut de straat op als er een melding is.” 

Het mooiste beroep .

“Ik vind het echt het mooiste beroep dat bestaat. En dat ook nog eens in een organisatie die je echt welkom laat voelen. Ik wil me hier dus ook graag verder ontwikkelen. Voor de vrijwillige brandweer volg ik nu bijvoorbeeld de opleiding bevelvoerder. En wat de toekomst verder nog brengt, dat gaan we wel zien! Ik ben hier in ieder geval nog niet klaar.”